maart 2017
De sloopwerkzaamheden vorderen snel in Kampen, vrijwel alle sporen met uitzondering van het hoofdspoor zijn opgebroken. Zo dus ook spoor 2, die met zijn ongebruikte perron en stootjuk een mooie toevoeging was aan het station. Helaas heeft de modernisering voorrang en dus wordt al het oude weggevaagd.
In de zomer van 2016 was er nog niks aan de hand en legde Julian de Bondt deze trein vast op 4 juli 2016.
- Click on photo to enlarge -
Het Dieselmaterieel '90 (DM '90), met als officiële bijnaam Buffel, is een serie Nederlands spoorwegmaterieel, bestaande uit 53 tweedelige dieseltreinstellen.
Op zaterdag 4 februari 2017 was Julian nog even in Kampen om tijdens het blauwe uur een DM90 vast te leggen.
dinsdag 28 maart 2017
zaterdag 18 maart 2017
De politieke kaart van Nederland kleurt blauw
We hebben er een extra glas Rioja op gedronken en de volgende dag bij de koffie een taartje.
Grtz Mara
De VVD is in veel gemeenten, verspreid over het hele land, de grootste partij geworden.
Alsof de dijken zijn doorgebroken en driekwart van Nederland onder water is gelopen, zo blauw ziet de politieke kaart van Nederland er na de Tweede Kamerverkiezingen van woensdag uit. Was er in 2012 naast het vele blauw van de VVD – de gemeenten waar die partij toen al de grootste was – nog aardig wat PvdA-rood te zien, anno 2017 zijn die rode vlekken geheel verdwenen: in niet één gemeente heeft de PvdA haar koppositie weten vast te houden. De enige negen rode stippen op de kaart staan op naam van de SP, die in Noordoost-Groningen en een drietal gemeenten in Noord-Limburg en het oosten van Noord-Brabant wist te winnen.
Dat de socialisten alleen aan de randen van het land voet aan de grond hebben gekregen, past helemaal in het beeld van verkiezingsuitslag: de VVD ligt als een grote blauwe vlek over het hele land en heeft alleen in de buitengebieden andere partijen voor moeten laten gaan. Met de SP heeft het CDA de kop van het land overgenomen van de PvdA, de PVV en het CDA heroverden de staart van Limburg op de coalitiepartijen en de PVV won in het uiterste oosten van Groningen en Drenthe in klassiek PvdA-gebied. Tot slot pakte het CDA ‘zijn’ Overijssel goeddeels terug.
Trouwe kiezersschare
De VVD heeft de blauwe kaart aan een behoorlijk trouwe kiezersschare te danken. Zo’n zestig procent van de kiezers die in 2012 op de VVD stemden, deden dat opnieuw, zo becijfert onderzoeksbureau Ipsos. Alleen ChristenUnie/SGP, CDA en PVV wisten, relatief gezien, meer kiezers binnenboord te houden. Ter vergelijk: van de PvdA-stemmers uit 2012 koos slechts 20 procent dit jaar opnieuw voor de sociaal-democraten.
Voor voormalige PvdA-stemmers vormen D66 en GroenLinks de nieuwe grote magneten. Zij snoepen elk vijf à zes zetels van de PvdA af en zijn populair bij een doelgroep die partijen vanwege hun toekomstbestendigheid graag zo vroeg mogelijk aan zich binden: jongeren. Een derde van de kiezersschare van D66 en GroenLinks is jonger dan 35 jaar, nog geen twintig procent is 65-plus. Beide partijen doen het bovengemiddeld goed bij hoogopgeleiden, GroenLinks trekt met ruim 60 procent van alle partijen de meeste vrouwen, bron: Trouw.
maandag 6 maart 2017
6 maart 1987 - Ramp met de 'Herald of free Enterprise'
Vandaag is het precies 30 jaar geleden dat de veerboot Herald of Free Enterprise kapseisde bij het verlaten van de haven van Zeebrugge. Bij de scheepsramp op 6 maart 1987 kwamen in totaal 193 mensen om het leven.
Op 6 maart 1987 kapseisde de veerboot de 'Herald of free Enterprise' kort nadat het de haven van Zeebrugge had verlaten. Daarbij kwamen 193 mensen, van wie de meesten Britten, om het leven. Kapitein David Lewry had een halfjaar eerder een rapport bij de reder gedeponeerd waarin hij zijn zorgen verwoorde over de stabiliteit van de Herald. Zijn waarschuwing werd ter zijde geschoven. Op die zesde maart krijgt Lewry het gruwelijkste gelijk van de wereld.
De veerboot maakt vaart, schept via de openstaande boegdeuren water en helt naar bakboord. De kapitein laat de buitenwereld via de radio weten dat er iets ernstig misloopt: „I think I'm in serious trouble". In razend tempo kapseist de Herald en tonnen ijskoud water vullen het schip. Honderden mensen vallen, op en over elkaar. En het wordt aardedonker. Er klinkt een aanhoudend geschreeuw, gegil. De Herald, is op bakboordzijde vastgelopen op een zandbank, en binnen een minuut van een behaaglijk onderkomen veranderd in een oord van pijn en doodsangst.
In Zeebrugge wordt alarm geslagen. Zevenentwintig minuten nadat de Herald is gekanteld, hangt boven het wrak van de veerboot een helikopter van de Belgische luchtmacht. De drenkelingen putten kracht uit die verschijning. „We zijn ontdekt". Gangbare regels en afspraken worden van tafel geveegd, hoge autoriteiten achteloos gepasseerd. De besluitvorming moet boven alles snel verlopen. Duikers, vissers, bergers, mensen van de zeemacht, politie, artsen, bemanningen van reddingsboten uit België en Nederland, werkers van het Rode Kruis vinden hun plek in het netwerk van helpers.
Vanaf tien voor half negen komen de honderden overlevenden aan land. Ze worden in gevorderde stadsbussen naar klinieken, kazernes en ziekenhuizen gebracht. Om half één in de nacht worden de laatste drie overlevenden gevonden in een nauwe schacht. Vijf uur later worden alle operaties gestopt. De Herald of Free Enterprise is verandert in een massagraf.
Ruim een maand na de catastrofe, op 7 april, zetten de bergers van Smit-Tak de Herald recht, en op 27 april slaagt men erin de veerboot in de voorhaven van Zeebrugge te brengen. Uit het gerechtelijk vooronderzoek naar de ramp, onder leiding van de Britse Lord of Justice Sheen bleek dat de ramp het gevolg was van een combinatie van technisch en menselijk falen. Het bleek dat De schepen van de Spirit Class waren speciaal gebouwd voor de route Dover-Calais, havens die beide beschikken over dubbele, boven elkaar gelegen opritten naar de ferry. De omstandigheden in Zeebrugge waren echter geheel anders. Er was slechts één oprit, waardoor het laden en lossen aanzienlijk trager verliep. Deze oprit lag bovendien lager dan gebruikelijk. Het schip had dan ook extra ballast nodig om het autodek op dezelfde hoogte te brengen als de ramp. Daarom werden de voorste ballasttanks gevuld. De Herald werd geladen via de boegdeuren. Die zijn bij vergissing open blijven staan, iets wat op de brug niet bekend was. De direct verantwoordelijke assistent- bootsman was bedankt na onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden en deed een dutje. Hij had wel opgemerkt dat de boegdeuren open stonden, maar sloot ze niet. Hij voelde zich hiervoor niet verantwoordelijk. De eerste stuurman had de eindverantwoordelijkheid voor de procedure. Hij had de assistent- bootsman zien lopen en ging ervan uit dat hij op weg was om de deuren te sluiten. Omdat hij niet was geïnformeerd over open boegdeuren, ging de gezagvoerder ervan uit dat ze gesloten waren. De firma Townsend Thoresen werd na deze ramp een dochteronderneming van een andere rederij, P. & O. De directie ging onmiddellijk tot actie over. Een paar veiligheidsmaatregelen werden getroffen,en het goedkoopste en commercieel belangrijkste van alles de naam Townsend Thoresen werd van de overgebleven schepen geschrapt en P. & O. ervoor in de plaats geschilderd.
Op 6 maart 1987 kapseisde de veerboot de 'Herald of free Enterprise' kort nadat het de haven van Zeebrugge had verlaten. Daarbij kwamen 193 mensen, van wie de meesten Britten, om het leven. Kapitein David Lewry had een halfjaar eerder een rapport bij de reder gedeponeerd waarin hij zijn zorgen verwoorde over de stabiliteit van de Herald. Zijn waarschuwing werd ter zijde geschoven. Op die zesde maart krijgt Lewry het gruwelijkste gelijk van de wereld.
De veerboot maakt vaart, schept via de openstaande boegdeuren water en helt naar bakboord. De kapitein laat de buitenwereld via de radio weten dat er iets ernstig misloopt: „I think I'm in serious trouble". In razend tempo kapseist de Herald en tonnen ijskoud water vullen het schip. Honderden mensen vallen, op en over elkaar. En het wordt aardedonker. Er klinkt een aanhoudend geschreeuw, gegil. De Herald, is op bakboordzijde vastgelopen op een zandbank, en binnen een minuut van een behaaglijk onderkomen veranderd in een oord van pijn en doodsangst.
In Zeebrugge wordt alarm geslagen. Zevenentwintig minuten nadat de Herald is gekanteld, hangt boven het wrak van de veerboot een helikopter van de Belgische luchtmacht. De drenkelingen putten kracht uit die verschijning. „We zijn ontdekt". Gangbare regels en afspraken worden van tafel geveegd, hoge autoriteiten achteloos gepasseerd. De besluitvorming moet boven alles snel verlopen. Duikers, vissers, bergers, mensen van de zeemacht, politie, artsen, bemanningen van reddingsboten uit België en Nederland, werkers van het Rode Kruis vinden hun plek in het netwerk van helpers.
Vanaf tien voor half negen komen de honderden overlevenden aan land. Ze worden in gevorderde stadsbussen naar klinieken, kazernes en ziekenhuizen gebracht. Om half één in de nacht worden de laatste drie overlevenden gevonden in een nauwe schacht. Vijf uur later worden alle operaties gestopt. De Herald of Free Enterprise is verandert in een massagraf.
Ruim een maand na de catastrofe, op 7 april, zetten de bergers van Smit-Tak de Herald recht, en op 27 april slaagt men erin de veerboot in de voorhaven van Zeebrugge te brengen. Uit het gerechtelijk vooronderzoek naar de ramp, onder leiding van de Britse Lord of Justice Sheen bleek dat de ramp het gevolg was van een combinatie van technisch en menselijk falen. Het bleek dat De schepen van de Spirit Class waren speciaal gebouwd voor de route Dover-Calais, havens die beide beschikken over dubbele, boven elkaar gelegen opritten naar de ferry. De omstandigheden in Zeebrugge waren echter geheel anders. Er was slechts één oprit, waardoor het laden en lossen aanzienlijk trager verliep. Deze oprit lag bovendien lager dan gebruikelijk. Het schip had dan ook extra ballast nodig om het autodek op dezelfde hoogte te brengen als de ramp. Daarom werden de voorste ballasttanks gevuld. De Herald werd geladen via de boegdeuren. Die zijn bij vergissing open blijven staan, iets wat op de brug niet bekend was. De direct verantwoordelijke assistent- bootsman was bedankt na onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden en deed een dutje. Hij had wel opgemerkt dat de boegdeuren open stonden, maar sloot ze niet. Hij voelde zich hiervoor niet verantwoordelijk. De eerste stuurman had de eindverantwoordelijkheid voor de procedure. Hij had de assistent- bootsman zien lopen en ging ervan uit dat hij op weg was om de deuren te sluiten. Omdat hij niet was geïnformeerd over open boegdeuren, ging de gezagvoerder ervan uit dat ze gesloten waren. De firma Townsend Thoresen werd na deze ramp een dochteronderneming van een andere rederij, P. & O. De directie ging onmiddellijk tot actie over. Een paar veiligheidsmaatregelen werden getroffen,en het goedkoopste en commercieel belangrijkste van alles de naam Townsend Thoresen werd van de overgebleven schepen geschrapt en P. & O. ervoor in de plaats geschilderd.
Abonneren op:
Posts (Atom)